Een glasvezelnetwerk kunt u heel goed vergelijken met een boom. Je hebt de stam, ‘de backbone’, die in een hele dikke kabel om De Kempen heen ligt. Aan die stam zitten de takken, die de buitengebieden ingaan. Daar worden ze verdeeld in nog kleinere glasvezelkabels, ‘de twijgjes’. Die twijgjes gaan door de straten en worden in de woningen gelegd. Dit wordt ook wel ‘Fiber to the Home’ genoemd, oftewel ieder huis zijn eigen glasvezel. Het is een rechtstreekse verbinding met het internet, zonder tussenkomst van verdeelkasten, oude koperkabels of een te lange afstand tot een centrale.